Sint Laurentius, na Erasmus éen van de namen die vaak voorkomt in Rotterdam, is de icoon van het ‘helpen van mensen die geen helpers hebben’. Laurentius is de beschermheilige van de stad Rotterdam. Hij leefde in de 3e eeuw in Rome. Als penningmeester en diaken van de Roomskatholieke kerk was hij belast met de zorg voor de (heilige) boeken. Maar hij is vooral bezig met ‘goed doen’; voedsel en hulpgoederen geven aan de armen in de achterbuurten van Rome.

Een jaar voor Laurentius’ dood ontneemt keizer Valerianus I de christenen niet alleen het recht van vergadering, maar sluit hij hun godshuizen en verbiedt ze de eigen begraafplaatsen te gebruiken. In 258 draagt paus Sixtus II, tegen de keizerlijke wet in, toch het H. Misoffer op in de catacomben van Pretextatus. Sixtus wordt verraden en op 6 augustus samen met vier van de zeven diakens ter dood gebracht. Laurentius wordt wel gevangengenomen, maar niet meteen ter dood gebracht. Keizer Valerianus eist van hem dat hij eerst alle rijkdommen van de Kerk, de kostbare gouden en zilveren vaten en ook de heilige boeken die onder zijn hoede zijn gesteld, aan hem overhandigt.

Omdat keizer Valerianus weet dat Laurentius als diaken weldoende is rondgegaan tussen de arme christenen, concludeert hij daaruit dat Laurentius veel geld en goederen tot zijn beschikking moet hebben. De keizer zet hem gevangen en eist veel geld. Als Laurentius verlof vraagt om het gevraagde op te halen, besteedt hij zijn tijd nuttig door alles wat er is aan de armen uit te delen. Als hij met lege handen, maar met een grote groep arme mensen terugkeert bij zijn rechters verklaart hij, wijzend op de stoet van mensen: “Zie daar de schatten van de Kerk.” Hiermee wilde hij de keizer laten zien dat het in essentie niet om financiële mogelijkheden gaat.

De keizer was woedend en Laurentius werd gefolterd. Volgens de legende werd hij, toen de brute folteringen hem mentaal niet braken, op een ijzeren rooster boven een vuur gelegd om hem levend te verbranden. Na enkele minuten zou de heilige schertsend hebben geroepen: ‘Ik ben gaar aan deze kant. Draai me maar om en daarna kun je me opeten.’ Mogelijk is hij tijdens deze foltering gestorven, maar waarschijnlijker is het dat hij ten slotte onthoofd is. De relikwie van zijn hoofd, dat nog los bewaard wordt, wijst daarop. De tempel van Antoninus en Faustina op het Forum Romanum is, ten tijde van de bloei van het christendom, als kerk toegewezen en naar hem vernoemd. In deze tempel is Laurentius vermoord.

Zijn naamdag wordt gevierd op de datum van zijn vermoedelijke sterfdag, 10 augustus. Het moedige optreden van Laurentius inspireert velen tot op de dag van vandaag. Laurentius is niet alleen de patroonheilige van de stad Rotterdam.  Hij wordt ook vereerd als patroon van de bibliothecarissen en boekhouders. Hij is de beschermheilige van de armen en de patroon van allen die met vuur werken zoals koks, pastei- en banketbakkers, bierbrouwers, kolenbranders en brandweerlieden.